Hypothyreoïdie is de ziekte die ontstaat door een tekort aan schildklierhormonen. Schildklierhormonen beïnvloeden vele organen en lichaamsfuncties, een tekort kan daardoor voor verschillende klachten zorgen. In deze informatiebrief lichten we toe wat dit voor uw hond betekent.
Achtergrond
Verreweg de meest voorkomende oorzaak van hypothyreoïdie bij volwassen honden is een vernietiging van de schildklieren door het eigen immuunsysteem (auto-immuun). Minder vaak voorkomende oorzaken zijn jodiumtekort (dit komt met de huidige hondenvoeding bijna nooit meer voor) of langdurig gebruik van bepaalde medicijnen. Hypothyreoïdie kan ook secundair zijn; als gevolg van een probleem in de hersenen. Hypothyreoïdie komt het meeste voor bij grotere hondenrassen op een leeftijd tussen de 2 en 6 jaar. In zeldzamere gevallen komt hypothyreoïdie voor als aangeboren afwijking.
Symptomen
De volgende verschijnselen kunnen optreden: algehele sloomheid, gewichtstoename, afhangende bovenoogleden, een droevige uitdrukking van de kop en soms krijgt de hond een voorkeur voor een warme ligplaats. De vacht wordt dunner, vooral in de flanken kan kaalheid optreden en er treden huidveranderingen op zoals verkleuring en dikke huidplooien. Honden met hypothyreoïdie kunnen stijf of kreupel lopen en met de poten slepen, ook kunnen bepaalde gezichtszenuwen uitvallen waardoor er een lip gaat hangen of de hond de kop scheef houdt. Bij een niet gesteriliseerd teefje kan de loopsheid uitblijven en bij reuen kunnen de testikels kleiner worden. Al deze verschijnselen kunnen ook door andere aandoeningen veroorzaakt worden en zijn dus niet specifiek voor hypothyreoidie. De diagnose kan daarom niet met zekerheid gesteld worden op basis van alleen de symptomen.
Diagnose
Een verdenking van hypothyreoïdie ontstaat door het verhaal van u als eigenaar in combinatie met het lichamelijk onderzoek door de dierenarts. Bij het lichamelijk onderzoek kunnen bijvoorbeeld een trage hartslag, zwakke pols en bleekroze slijmvliezen opvallen. Om de diagnose te stellen worden aanvullende onderzoeken gedaan. In het bloed wordt het schildklier hormoon T4 en het schildklier stimulerend hormoon TSH bepaald. Er bestaat ook een syndroom waarbij de schildklieren wel goed werken maar er door andere oorzaken/aandoeningen toch een laag totaal T4 wordt gevonden. Het kan hierdoor een hele puzzel zijn om de juiste diagnose te stellen. Uitgebreidere laboratoriumonderzoeken en een scan van de schildklier (scintigrafie) kunnen daarvoor nodig zijn. Het is erg belangrijk om de diagnose hypothyreoïdie wel met zekerheid te stellen, zo voorkomen we dat de hond onterecht levenslang medicijnen krijgt.
Behandeling
Als bij uw hond hypothyreoïdie is vastgesteld dan bestaat de behandeling uit het levenslang toedienen van tabletten met het schildklierhormoon L-thyroxine. Deze worden het liefst op een nuchtere maag gegeven en altijd op hetzelfde tijdstip van de dag met dezelfde tussentijd tot de maaltijd. Bijvoorbeeld altijd twee uur voor of na de maaltijd. Zo is de dagelijkse opname van het medicijn constant. Binnen 1 week moet de hond al actiever worden. Soms wordt de hond deze eerste weken juist extra kaal doordat de vacht weer op gang komt. Na 6 weken zullen de meeste verschijnselen verdwenen zijn.
Controle en levensverwachting
De controle op de juiste dosering van L-thyroxine gebeurt op basis van het klinisch beeld en via bloedonderzoek. Dit bloedonderzoek gebeurt bij voorkeur 3-4 uur na toediening van de medicatie.
Na het juist instellen van de therapie is het verstandig om bij uw hond halfjaarlijkse controles te laten uitvoeren. De dosering medicatie die uw hond nodig heeft, kan gedurende het ouder worden namelijk veranderen. Één van de controles kunt u uiteraard laten samenvallen met de jaarlijkse gezondheidscontrole en vaccinatie.
De levensverwachting van hypothyreoïdie is bij de meeste honden uitstekend. Met de juiste behandeling en controles zullen de verschijnselen volledig verdwijnen en kan de hond een lang en gelukkig leven leiden.