Patella luxatie is een aandoening waarbij de knieschijf zijwaarts verplaatst ten opzichte van de groeve waarin deze glijdt. De knieschijf schiet zo als het ware uit de kom. Door deze afwijkende beweging kan een dier de poot minder goed belasten. Ook ontstaat door wrijving van de knieschijf pijn en artrose. Het is daarom belangrijk om dieren met patella luxatie te helpen. In deze informatiebrief lichten we toe wat dit inhoudt.
Wat is patella luxatie
Patella luxatie komt voor bij verschillende diersoorten, waaronder de hond en kat, maar ook bij de mens. De knieschijf (‘patella’) zorgt ervoor dat de knie zich kan strekken en buigen. Bij patella luxatie kan de knieschijf naar mediaal (de binnenzijde) of naar lateraal (de buitenzijde) verplaatsen, waardoor dit proces minder goed werkt. De ernst van de verplaatsing verschilt; de knieschijf kan spontaan weer terugspringen of steeds buiten de groeve blijven.
Hoe ontstaat patella luxatie
Patella luxatie is meestal een aangeboren afwijking. We zien deze afwijking vooral bij kleine hondenrassen zoals de Jack Russel Terrier, Chihuahua en Franse Bulldog. Ook kan patella luxatie ontstaan na een ongeluk waarbij het gewrichtskapsel oprekt en de banden scheuren waardoor de knieschijf zich kan verplaatsen uit de groeve.
Wat zijn de symptomen
De symptomen van patella luxatie variëren sterk. Soms is er niets aan het lopen van de hond of kat te zien. Andere dieren trekken met hun poot als de knieschijf uit de groeve schiet. De luxatie kan daarna spontaan weer terugschieten, waarna het dier weer normaal verder loopt. De meeste dieren met een permanente patella luxatie lopen mank, omdat ze niet in staat zijn hun achterpoot goed te strekken. Als beide knieën zijn aangetast kan dit wel eens moeilijk te zien zijn. Als patella luxatie niet goed behandeld wordt geeft dit gewrichtsslijtage en artrose, wat ook weer pijnlijk is.
Hoe wordt de diagnose gesteld
De dierenarts kan de diagnose stellen door lichamelijk onderzoek. De ernst van de patella luxatie wordt aangegeven in gradaties: graad I t/m IV. Röntgenfoto’s kunnen belangrijke aanvullende informatie geven. Dit is vooral van belang als het dier geopereerd gaat worden.
Wat is de therapie
Lichte vormen van patella luxatie kunnen verbeteren door het opbouwen van een goede bespiering. Ernstiger vormen kunnen het beste geopereerd worden. Hiervoor zijn verschillende methoden beschikbaar. Als eerste kan de groeve van de knie worden uitgediept (‘trochleaplastiek’). De knieschijf komt dieper te liggen, waardoor hij niet meer uit de groeve schiet. Als tweede kan de aanhechting van de kniepees worden verplaatst (‘transpositie tuberositas tibia’). De knieschijf komt hierdoor in een rechte lijn met de groeve waardoor de knieschrijf er beter in blijft liggen. Tot slot kan het gewrichtskapsel ingenomen worden (‘imbricatie’) en vaak worden deze technieken gecombineerd. Zeer ernstige vormen van patella luxatie, waarbij de knie volledig gedeformeerd is, vergen een specialistische aanpak.
Wat zijn de vooruitzichten
De meeste vormen van patella luxatie zijn goed te behandelen. Belangrijk is dat dieren geopereerd worden voordat er artrose ontstaat. Hoewel de operatie redelijk ingrijpend is, herstellen de meeste dieren vlot. Na een operatie aan de gewrichten kan een dier het beste ondersteund worden met een speciaal dieet en eventueel fysiotherapie. Ook is het belangrijk dat ze een gezond gewicht houden en regelmatig bewegen.