Een melkhoektand wordt rond 4½ maanden leeftijd vervangen door de permanente hoektand. Melktanden hebben slechts een heel dun wandje, waardoor ze relatief makkelijk kunnen breken tijdens het spelen met stokken of een flos. Een afgebroken melkhoektand vormt risico’s voor de toekomstige tand. Daarom is het belangrijk om snel in te grijpen. In deze informatiebrief lichten we dit verder toe.
Het komt vanzelf wel goed?
Als een melkhoektand afbreekt wordt vaak gezegd: “We wachten maar af, want het tandje wisselt vanzelf…” Dat is echter geen goed idee. Het wortelkanaal in zo’n fragiel tandje is vergeleken met dat van een permanente tand erg wijd.
Als de melkhoektand breekt ligt dat wijde wortelkanaal open. Hierdoor ligt de weg vrij voor bacteriën naar de wortel van de tand en ontstaat al snel een pijnlijk wortelabces. Soms breken deze wortelabcesjes door in het slijmvlies van de bek en zijn ze duidelijk waarneembaar vanaf de buitenkant.
Extra vervelend is daarbij dat de ontsteking van de wortelpunt ook de tandkiem van de permanente tand kan aantasten. Als dat gebeurt, kan de permanente tand beschadigd raken. Vaak komt zo’n tand dan door met zichtbare glazuurdefecten, dit noemen we een Turner-tand. Deze glazuurdefecten zijn weliswaar te restaureren, maar de tand zal nooit zo sterk worden als een onbeschadigde tand.
De juiste behandeling
Een afgebroken melkhoektand komt dus niet vanzelf goed. Als een melktand breekt is er alle reden om in te grijpen; de afgebroken melkhoektand moet zo snel mogelijk getrokken worden. Zo voorkomen we vervelende problemen in de toekomst. Voorkomen is ook hier beter dan genezen.
