Net als mensen hebben honden en katten eerst een melkgebit, dat wordt vervangen door een blijvend gebit. Soms gaat er iets mis en blijven de melktanden aanwezig terwijl de permanente tanden al zijn doorgekomen. Dit noemen we persisterende melktanden. Dit is nadelig voor het blijvende gebit en daarom moeten persisterende melktanden verwijderd worden. In deze informatiebrief lichten we dit verder toe. 


Bij deze hond zijn zoveel permanente tanden en melktanden aanwezig dat de normale stand van de permanente tanden nooit vanzelf bereikt zal worden…

Wisselen 
Honden beginnen rond een leeftijd van 3 maanden te wisselen. De hoektanden horen rond 4½ maand te worden vervangen door de permanente hoektanden. De meeste honden zijn klaar met wisselen rond 8 maanden leeftijd.   

Waarom zijn persisterende melktanden slecht? 
Wanneer zowel de melk- als de permanente-elementen aanwezig zijn, staan deze meestal vlak tegen elkaar. Er hoopt zich daarom gemakkelijk vuil op tussen de tanden. Dit vuil is een bron voor een ontsteking en dit kan ook de permanente tand beschadigen.  

Bovendien is het zo dat de aanwezigheid van een melktand de permanente tand verhindert om de juiste positie in te nemen. Door persisterende melktanden zie we dus veel standsafwijkingen bij het blijvende gebit ontstaan. Dit geldt met name voor de permanente onderhoektanden, omdat deze aan de binnenzijde van de melkhoektanden doorkomen.   


In deze onderkaak zijn zowel de twee melkhoektanden als de twee permanente hoektanden aanwezig. De permanente hoektanden kunnen nu niet hun correcte positie innemen.

Wanneer behandelen? 
In principe is het zo dat een melktand en een permanente tand niet gelijktijdig aanwezig mogen zijn. Wanneer er problemen zijn met het correct sluiten van de bek, kan het geen kwaad om even af te wachten of een melktand alsnog los komt. Als er echter op een leeftijd van 6 maanden nog geen enkele beweging in zo’n tandje zit, kan hij beter verwijderd worden tijdens een tandheelkundige behandeling.  

Anders wordt het, wanneer de melktand de permanente tand belemmert om in de correctie positie te komen. Deze toestand moet zo snel mogelijk gecorrigeerd worden. 

Soms staan zelfs de melktanden al dusdanig verkeerd, dat er al ingegrepen dient te worden vóórdat de permanente tanden zijn doorgekomen. Dit geldt met name voor melk-onderhoektandjes als die erg in het verhemelte prikken. Door hier snel in te grijpen, kan soms voorkomen worden dat de permanente tanden óók op een verkeerde plaats komen te staan. Bij het verwijderen van melktanden moet altijd zeer voorzichtig te werk gegaan om de zich ontwikkelende permanente tand niet te beschadigen.