Bij epilepsie zorgt een verstoring in de hersenen voor terugkerende aanvallen. Zo’n aanval is een soort ‘kortsluiting’ die ertoe leidt dat een dier de controle verliest over bepaalde lichaamsfuncties. De meest voorkomende verschijningsvorm is de aanval met verlies van bewustzijn, spierkrampen, schuimbekken en urine en/of ontlasting laten lopen. Er zijn echter ook mildere vormen van epilepsie bekend. Een aanval duurt meestal enkele minuten maar kan soms ook veel langer duren of steeds terug komen. Epilepsie bij dieren is te behandelen, in deze informatiebrief lichten we daarom toe wat deze ziekte inhoudt.

Achtergrond

Epilepsie is een bekende aandoening die zowel bij dieren als mensen voorkomt. Bij honden en katten bestaan verschillende achtergronden van epilepsie:

  • Idiopathische epilepsie: zonder aanwijsbare oorzaak. Hierbij speelt erfelijkheid vaak een rol, bijvoorbeeld bij rassen waar epilepsie vaker wordt gezien zoals Border collies en jachthonden zoals Golden Retrievers. Deze vorm begint meestal bij dieren op jongvolwassen tot middelbare leeftijd (honden van 6 maanden tot 6 jaar).
  • Structurele epilepsie: door een afwijking in de hersenen zoals een waterhoofd, een infectie of een tumor. Deze groep vormt de meest voorkomende oorzaak van epilepsie bij katten.
  • Reactieve epilepsie: epilepsie-achtige aanvallen als gevolg van een ziekte elders in het lichaam, bijvoorbeeld lever- of nierfalen. Deze vorm is geen echte epilepsie omdat de afwijking zich buiten de hersenen bevindt.

Hoe ziet een aanval eruit?

Een aanval bestaat meestal uit 3 fasen, maar het kan verschillen per dier en per aanval:

  • De pre-ictale fase: voortekenen van de aanval. De hond of kat gedraagt zich anders dan normaal; hij of zij kan onrustig zijn, aandacht vragen of juist verstoppen en vreemd uit de ogen kijken. Deze fase kan enkele minuten maar ook dagen duren.
  • De ictus: de echte aanval. Deze gaat meestal gepaard met vermindering of verlies van bewustzijn, omvallen, krampverschijnselen, heftig kwijlen, spontaan urine en/of ontlasting laten lopen, fietsbewegingen en/of grote pupillen. Deze fase duurt meestal enkele minuten maar als de hond of kat erin ‘blijft hangen’ kan het ook uren duren.
  • De post-ictale fase: herstelfase. Dieren zijn vaak van slag, kunnen blind lijken, traag reageren, moeilijk lopen, aandacht vragen of zich juist afzonderen.

Naast deze algemene vorm komen ook andere vormen voor, zoals kortdurende aanvallen met schokkende bewegingen van de kop of aanvallen waar het dier overdreven actief is of wild rond rent.

Tussen de aanvallen door is de hond of kat meestal volledig normaal. Bij een structurele oorzaak zoals een groeiende hersentumor kunnen dieren echter ook tussen de aanvallen door afwijkend gedrag vertonen. Aanvallen treden vaak op tijdens rust en in vertrouwde omgeving en er is meestal geen directe aanleiding voor.

Diagnose

Het is voor uw dierenarts niet altijd gemakkelijk om epilepsie vast te stellen, want meestal is uw dier al hersteld van de aanval als hij of zij op de kliniek aankomt. Het verhaal van u als eigenaar is daarom heel belangrijk en daarnaast kunnen filmpjes van een aanval ook erg helpen. Om reactieve epilepsie uit te sluiten zal uw dierenarts meestal een uitgebreid bloedonderzoek adviseren. Afhankelijk van de leeftijd, het ras, de symptomen en de uitkomsten van dit bloedonderzoek zullen eventueel verdere stappen zoals echografie of een MRI-scan worden geadviseerd.

Behandeling

Epilepsie is niet echt te genezen, maar met medicijnen kunnen de aanvallen flink geremd worden. Hierdoor kunnen veel honden en katten met epilepsie een goede kwaliteit van leven hebben waardoor u een fijne tijd met hem of haar kunt doorbrengen. Of er tot behandeling wordt overgegaan is afhankelijk van verschillende factoren zoals de achtergrond van de epilepsie (idiopathisch of structureel), de tijd tussen twee aanvallen en de duur van een aanval. Ook het ras kan meespelen bij deze beslissing; bijvoorbeeld Border collies kunnen ernstige epilepsie ontwikkelen en worden daarom sneller behandeld.

Er bestaan verschillende medicijnen tegen epilepsie en deze behandeling is in principe levenslang. De dierenarts zal met u bespreken welk medicijn het beste is om mee te beginnen. Deze keuze is ook weer afhankelijk van o.a. de diersoort, het ras en het soort aanvallen. Het kan enige tijd duren voordat uw hond goed is ingesteld, soms zal de dosis bijgesteld moeten worden of zal er een ander medicijn bijgegeven worden. Bij een aantal medicijnen is het belangrijk om de bloedspiegel te controleren om ervoor te zorgen dat uw dier niet teveel of te weinig medicatie krijgt.

Tips bij de behandeling van epilepsie:

  • Zorg ervoor dat u altijd voldoende medicijnen op voorraad heeft
  • Stop nooit met de medicatie zonder goed overleg met uw dierenarts, want na het stoppen van de medicijnen kunnen de aanvallen juist sterker terug komen. Pas de dosis ook enkel aan na overleg met uw dierenarts.
  • Probeer een stabiel leefpatroon aan te houden m.b.t. voeding, activiteit en spannende gebeurtenissen.
  • Het is handig om een dagboek bij te houden waarin u opschrijft wanneer uw hond een aanval krijgt, hoelang de aanval duurt en hoe ernstig de aanval is. Zo kunt u zo nodig samen met de dierenarts bijsturen.
  • Meldt dat uw dier epilepsie heeft als hij of zij onder narcose gaat of andere medicijnen voorgeschreven krijgt.

Een epilepsie aanval van enkele minuten is in principe geen levensbedreigende situatie. De volgende situaties zijn echter wel belangrijk om te herkennen zodat u contact kunt opnemen met uw dierenkliniek en we uw huisdier met spoed kunnen behandelen:

  • Status epilepticus: een aanval die langer dan 5 minuten aanhoudt of een aanval waarbij uw hond of kat niet helemaal herstelt en meteen in de volgende komt.
  • Clustering: meer dan twee aanvallen op één dag.
  • Een aanval die ernstiger is dan u kent bij uw huisdier, bijvoorbeeld omdat het duidelijk langer duurt of als er meer aanvallen dan anders optreden op één dag.

 

Mijn hond krijgt een aanval, wat moet ik doen?

  • Algemeen: een epilepsie aanval kan er eng uitzien, maar probeer rustig te blijven.
  • Ondersteun uw hond of kat voorzichtig, probeer uw dier niet in bedwang te houden of te corrigeren.
  • Probeer niet de tong uit de mond te houden; de kans dat uw huisdier de tong inslikt is klein en als u met de handen bij de bek komt kan hij of zij u onbedoeld bijten.
  • Als er medicatie is voorgeschreven om acute aanvallen te doorbreken (stesolid, om rectaal in te brengen) kunt u deze gaan pakken als de aanval begint, zodat u het kunt toedienen als de aanval lang duurt.
  • Neem contact op met uw dierenkliniek als de aanval te lang duurt of als er andere zaken zijn waar u zich zorgen over maakt.

Epilepsie is een vervelende ziekte maar met de juiste behandeling kunnen veel dieren er toch prettig oud mee worden. Een regelmatige controle blijft altijd belangrijk om ervoor te zorgen dat uw hond of kat zo goed mogelijk wordt geholpen.