Tandformules
Onder een tandformule wordt verstaan een getallenreeks die aangeeft hoeveel snijtanden (I=Incisivi), hoektanden (C=Canines), valse kiezen (P=Premolaren) en ware kiezen (M=Molaren) een dier heeft.
Daarbij wordt de mond in 4 delen gedeeld: linksboven en rechtsboven; linksonder en rechtsonder
Voor links onder en boven worden de elementen neergeschreven; de 2 betekent dat u het aantal moet verdubbelen voor de rechter mondhelft.
Voor de volwassen hond is de formule:
I C P M 3 1 4 2
2 – : – : – : – = 2 – : – : – : – = 42 elementen
I C P M 3 1 4 3
U moet dit dus als volgt lezen:
een volwassen hond heeft (2×3=) 6 snijtanden; (2×1=) 2 hoektanden; (2×4=) 8 valse kiezen en (2×2=) 4 ware kiezen in de bovenkaak ;en 6 snijtanden, 2 hoektanden, 8 valse kiezen en 6 ware kiezen in de onderkaak.
Voor de kat:
I C P M 3 1 3 1
2 – : – : – : – = 2 – : – : – : – = 30 elementen
I C P M 3 1 2 1
Voor de mens:
I C P M 2 1 2 3
2 – : – : – : – = 2 – : – : – : – = 32 elementen
I C P M 2 1 2 3
Voor het konijn:
I C P M 2 0 3 3
2 – : – : – : – = 2 – : – : – : – = 28 elementen
I C P M 1 0 2 3
Voor de muis en de rat:
I C P M 1 0 0 3
2 – : – : – : – = 2 – : – : – : – = 16 elementen
I C P M 1 0 0 3
Voor de cavia en chinchilla:
I C P M 1 0 1 3
2 – : – : – : – = 2 – : – : – : – = 20 elementen
I C P M 1 0 1 3