De vaccicheck is een bloedtest om te bepalen of uw dier nog voldoende beschermd is tegen bepaalde ziekten. Bij honden kan dit voor de ziekten ParvoHondenziekte en Hepatitis. Bij katten is de test betrouwbaar voor kattenziekte. Met de vaccicheck kunnen we controleren of vaccinatie weer nodig is tegen deze virussen of dat het uitgesteld kan worden. De vaccicheck kan een aanvulling zijn op het ‘vaccineren op maat’. 

Wat is de vaccicheck
De vaccicheck is een test die aangeeft in hoeverre uw hond nog antistoffen heeft tegen de ziekten ParvoHondenziekte en Hepatitis, of uw kat tegen kattenziekte (Panleukopenie virus)Veel dieren hebben na de basisvaccinaties als pup/kitten plus op 1 jaar leeftijd, voldoende afweer opgebouwd tegen deze aandoeningen. Het vaccinatieschema is hier al enige tijd op aangepast door honden en katten vervolgens maar eens per drie jaar tegen deze aandoeningen te vaccineren. Er zijn echter dieren die bijvoorbeeld 5 jaar na vaccinatie nog voldoende antistoffen hebben, maar dit is vooraf niet te voorspellen. Om dit te kunnen testen is de vaccicheck ontwikkeld: een bloedtest die aangeeft of uw dier nog voldoende antistoffen heeft tegen deze ziekten. 

De bescherming tegen leptospirose en besmettelijke hondenhoest (‘kennelhoest’) neemt bij honden na een jaar altijd af. Bij katten geldt hetzelfde geldt voor niesziekte. Voor deze besmettelijke aandoeningen blijft een jaarlijkse hervaccinatie dus noodzakelijk om een goede bescherming te behouden.  

Waarom de vaccicheck?
De vaccicheck is zinvol bij dieren die oud zijn, dieren die overgevoelig hebben gereageerd op een vaccinatie, bij zieke dieren, dieren waarbij de voorgeschiedenis van entingen onbekend is of in alle andere gevallen waarin u zo min mogelijk wil vaccineren en toch wilt zorgen voor voldoende bescherming van uw dier 

Hoe werkt het?
Tijdens het bezoek aan de kliniek voor de jaarlijkse gezondheidscontrole en vaccinatie tegen leptospirose en evt. besmettelijke hondenhoest (hond) wordt een bloedmonster afgenomen. Met behulp van de vaccicheck wordt vervolgens onderzocht of uw dier nog voldoende antistoffen heeft tegen de genoemde ziekten. Mocht de hoeveelheid antistoffen te laag zijn dan zal alsnog tegen deze ziekten gevaccineerd moeten worden om voldoende bescherming op te bouwen. Het is bij honden nog niet mogelijk om afzonderlijk tegen Parvo, Hondenziekte of Hepatitis te vaccineren, daarom zal dit zal als combinatie gegeven worden. Bij katten wordt de vaccinatie tegen niesziekte indien nodig gecombineerd met die tegen kattenziekte. 

Hoe vaak moet ik mijn hond of kat laten titeren?
Pups en kittens: Omdat een goede immuniteitsopbouw met name bij jonge dieren erg belangrijk is, is het ons advies om het basis-vaccinatieschema volledig te volgen. Dat wil zeggen een vaccinatie bij pups op 6, 9 en 12 weken en bij kittens op 9 en 12 weken leeftijdEventueel kan de vaccicheck ingezet worden op de leeftijd van 16 weken, om te controleren of er voldoende antistoffen zijn aangemaakt. Het afronden van het basis-vaccinatieschema gebeurt vervolgens met de cocktail-enting op 1 jaar leeftijd, die dan zorgt voor een langdurige aanwezigheid van antistoffen tegen Parvo, Hondenziekte en Hepatitis (hond) of kattenziekte (kat). Ook bij deze vaccinatie raden wij aan om het niet te vervangen door een vaccicheck.  

Volwassen dieren: Nadat een hond of kat een volledige basis-vaccinatie gekregen heeft, hoeft hij of zij op de leeftijd van 2 en 3 jaar enkel tegen leptospirose en eventueel besmettelijke hondenhoest (hond) of niesziekte (kat) gevaccineerd te worden. Vanaf de leeftijd van 4 jaar kan dan desgewenst de vaccicheck ingezet worden.  

Indien de bescherming nog voldoende is dan hangt het af van de leeftijd wanneer de vaccicheck herhaald moet worden. Voor dieren met een volledig afgeronde basisvaccinatie en voldoende bescherming op 4 jaar leeftijd adviseert de recente richtlijn drie jaar later weer een titerbepaling. Hierna is jaarlijkse titerbepaling geadviseerd en dit geldt ook als de basisvaccinatie nog niet volledig was afgerond. Het is wel belangrijk om te beseffen dat de test een moment opname is en er dus geen zicht is op de duur van de immuniteit. Het aanhouden van een termijn van een jaar voor het hertesten kan in sommige gevallen te lang zijn om voldoende immuniteit te garanderen. Naast de jaarlijkse bescherming tegen leptospirose, besmettelijke hondenhoest en niesziekte blijft een jaarlijkse gezondheidscontrole absoluut belangrijk om gezondheidsproblemen vroegtijdig op te sporen.