In de informatiebrieven over hartproblemen kunt u lezen wat de meest voorkomende hartproblemen zijn bij hond en kat, hoe ze hun invloed op het lichaam uitoefenen, hoe de diagnose wordt gesteld en wat we kunnen doen als behandeling. Om te begrijpen wat deze ziekten inhouden leggen we eerst uit hoe het normale hart functioneert.

Het hart is een holle spier die in de borstholte ligt. Het hart bestaat uit 4 compartimenten: de linker boezem, de linker kamer, de rechter boezem en de rechter kamer. Vanuit de longen wordt zuurstofrijk bloed naar de linker boezem gevoerd. Als de linker boezem samentrekt wordt het bloed via de linker hartklep (mitralisklep) naar de linker hartkamer gepompt. De linker hartklep sluit zodat er geen bloed meer kan terugstromen naar de boezem. Vervolgens trekt de linker kamer samen en verlaat het bloed de kamer via de aorta (grote lichaamsslagader) naar het lichaam en de organen om ze van zuurstofrijk bloed te voorzien.

Als het bloed terugkeert uit het lichaam is er zuurstof verbruikt, en is het bloed rijk aan CO2 (koolzuurgas). Nu gebeurt een vergelijkbaar proces in de rechter harthelft. Het bloed uit het lichaam komt in de rechter boezem, vandaar via de rechter hartklep naar de rechter kamer, de klep sluit volledig en de rechter kamer trekt samen en pompt het bloed naar de longen. In de longen wordt CO2 uitgewisseld voor zuurstof. En zo is de cyclus rond.

Deze cyclus gebeurt in rust gemiddeld 60-120 keer per minuut bij de hond (trager bij de grotere rassen en sneller bij de kleinere rassen), en 110-140 keer per minuut bij de kat. Dit is de hartfrequentie.

Hartaandoeningen worden bij huisdieren regelmatig gediagnosticeerd. Het gaat dan meestal om een aandoening van de hartkleppen of van de hartspier. In afzonderlijke informatiebrieven zullen wij daarom de meest voorkomende hartaandoeningen bespreken:

  • Mitralisinsufficientie bij de hond
  • Dilaterende Cardiomyopathie (DCM) bij de hond
  • Pericardovervulling bij de hond
  • Hypertrofische Cardiomyopathie (HCM) bij de kat