Giardia is een parasiet die meestal problemen geeft in het maag-darmstelsel. We zien de laatste jaren steeds vaker infecties met Giardia voorkomen. Naast medicijnen is het voor de behandeling belangrijk om ook andere maatregelen toe te passen. In deze informatiebrochure lichten we deze maatregelen toe.  

Infectie 
Giardia is een flagellaat. Dit is een voor het blote oog niet zichtbaar zweepdiertje dat zich in de wand van de dunne of soms dikke darm kan huishouden. Giardia infecties komen met name voor bij de hond en in mindere mate bij de kat, maar het kan ook bij herkauwers, paarden, varkens en mensen voorkomen. Buiten het lichaam vormt Giardia met name in oppervlaktewater cysten (een soort eitjes) die maandenlang besmettelijk kunnen blijven. De besmetting kan voorkomen door contact met oppervlaktewater of ontlasting van besmette dieren. Echter kan de Giardia ook in de vacht van dieren zitten en zo voor besmetting zorgen (of voor herbesmetting van uw eigen huisdier).  

Verschijnselen 
Meestal hebben huisdieren last van acute diarree, die van mild tot ernstig kan verlopen. Braken en slijm bij de ontlasting of wisselende ontlasting kunnen ook voorkomen. Uw huisdier kan ook Giardia bij zich dragen zonder daar last van te hebben. Dit betekent dat de diagnostiek en behandeling zorgvuldig moet gebeuren. 

Diagnostiek 
Giardia kan met ontlasting onderzoek aangetoond worden. Soms voldoet een direct uitstrijkje van ontlasting, maar vaak wordt een speciale test ingezet om te onderzoeken of Giardia aanwezig is. Voor deze test vragen we u om van 3 dagen een beetje ontlasting te verzamelen (in de tussentijd gekoeld bewaren) en in te leveren voor onderzoek. Dit mengmonster kan ook meteen gebruikt worden voor onderzoek op andere darmparasieten zoals wormen.   

Behandeling 
Bij de behandeling zal uw dierenarts medicatie voorschrijven tegen de Giardia parasiet. Naast medicatie kan speciale voeding de darmen ondersteunen bij het herstel. Bij de behandeling zijn er een aantal richtlijnen om in acht te nemen:  

  1. Gebruik de medicatie uw dier zoals uw dierenarts heeft voorgeschreven.  
  2. Was de kleedjes van uw hond of kat op de laatste dag van de kuur (of elke dag, min. 70 graden).  
  3. Was uw hond of kat op de laatste dag van de kuur (met een neutrale shampoo). 
  4. Ruim alle ontlasting van uw hond of kat op. In sommige gevallen kan een dier mensen besmetten, maar ook andere dieren. Test dus alle dieren in huis om de verspreiding van de parasiet te onderzoeken.  
  5. Knip de haren rondom de anus kort zodat er geen ontlasting aan blijft zitten. 
  6. Neem uw eigen hygiëne in acht. Was bij contact met uw huisdier goed uw handen ontsmet deze.  
  7. Denk bij het reinigen ook aan de volgende items: de auto waarin u uw hond vervoert, de speeltjes van de hond of kat, riem en halsband en mensen en dieren bij de uitlaatservice.  
  8. U kunt de omgeving het beste reinigen met stoom, chloor of heet water.  
  9. Het controleren van de ontlasting is alleen nodig indien uw huisdier nog klachten heeft na behandeling of als er personen of dieren in de omgeving van uw huisdier wonen met een verminderde weerstand. 
  10. Controle van de ontlasting is in het algemeen 3 weken na de behandeling mogelijk.  

Prognose 
De behandeling slaat meestal goed aan waardoor dieren volledig herstellen. In sommige gevallen valt dit tegen en blijft diarree (wisselend) aanwezig. Meestal speelt er dan een achterliggend darmprobleem waardoor het dier niet van de Giardia af komt; bijvoorbeeld een voedselovergevoeligheid. In dergelijke gevallen biedt een medisch dieet vaak de oplossing. 

Â