We zien allerlei soorten wormen bij reptielen en amphibiën. Soms vind je de wormen terug in de ontlasting. Vaak zijn de ziekteverschijnselen minder duidelijk. Bij twijfel kun je de ontlasting bij de dierenarts laten onderzoeken.

 

Welke wormen zien we bij reptielen?

Bij reptielen kunnen we de parasitaire wormen indelen in dezelfde groepen als bij andere huisdieren.

  1. Rondwormen (nematoden). Deze veroorzaken meestal darmontstekingen. Er zijn  ook rondwormen die een longontsteking veroorzaken.
  2. Lintwormen (cestoden). Deze worden alleen door een tussengastheer overgebracht zoals mijten, teken of voedseldieren. We zien ze daarom bijna alleen bij wildvangdieren. Ze kunnen darmontstekingen veroorzaken, maar ook blaasjes onder de huid en in overige organen.
  3. Platwormen (trematoden). Deze worminfecties komen zelden voor. We zien ze bij reptielen in de bek zitten, ze kunnen in de darmen een ontsteking veroorzaken en ze worden sporadisch in de nieren aangetroffen waar ze de nieren beschadigen.

We soms in de longen van reptielen een wormachtige parasiet aan die behoren tot de pentastomen (spinachtigen). Deze veroorzaken een longontsteking en kunnen ook besmettelijk zijn voor de mens (zoönose).

 

Ziekteverschijnselen

De wormen kunnen ontstekingen veroorzaken van de darmen en longen.

Bij een darmontsteking zien we als symptomen vermageren en niet eten. Soms braken deze dieren of krijgen ze diarree.

Bij een longontsteking gaan de dieren moeilijk ademen, waarbij ze extra druk zetten met de buik of bij schildpadden zie je bij elke ademhaling mee bewegen. Daarnaast komt er vaak slijm of etter in de bek waardoor ze met het ademen rochelen, reutelen of snotbellen uit de neus blazen. Uiteindelijk worden deze dieren algemeen ziek, stoppen met eten en gaan uiteindelijk dood.

 

Diagnose

De diagnose wordt meestal gesteld door ontlasting onderzoek, ook de longwormen en pentastomen. We kunnen de ontlasting op het spreekuur uit de darm masseren, maar u kunt het ook meenemen of opsturen, verpakt in een plastic zakje of potje.

Onderhuidse lintwormen vinden we door een kleine sneetje in de huid te maken.

 

Therapie

Het medicijn dat u het best kunt gebruiken hangt af van de wormsoort. Het stellen van een juiste diagnose is dan ook erg belangrijk.

  1. Fenbendazol (10-15 mg/kg LG PO ged. 3 dagen). Bij rondwormen. Een veilig middel, maar het kan bij krokodilachtigen verlies van tanden veroorzaken. Het is niet altijd werkzaam meer door resistentieontwikkeling.
  2. Levamisole (30-50mg/kg LG SC, na 10 dagen herhalen): Bij rondwormen goed middel en met name bij schildpadden fijn omdat het geïnjecteerd kan worden.
  3. Ivermectine (200 ug/kg LG SC, na 10 dagen herhalen). Goed ontwormingsmiddel maar mag nooit bij schildpadden gebruikt worden.
  4. Praziquantel (5-10mg/kg LG PO,SC na 10 dagen herhalen).Ontwormingsmiddel bij lintworminfecties.
  5. Triclabendazol (12 mg/kg LG). Medicijn tegen trematoden.
  6. Combinatiepreparaat Drontal plus (bevat praziquantel, pyrantel en fenbendazol) 1 tablet voor 10 kg (als dosis voor hond) 3 x toedienen PO om de 5 dagen.

 

Kun je wormen voorkomen?

Het is niet verstandig en ook niet nodig om de dieren regelmatig te ontwormen. Als ze wormvrij zijn en ze komen niet in aanraking met besmette dieren dan blijven ze ook wormvrij.

Laat  de ontlasting bij nieuwe dieren altijd controleren. Verder is het verstandig om voor elke winterperiode of voortplantingsseizoen ook een controle uit te voeren.

Zorg ervoor dat je dieren in optimale gezondheidsconditie verkeren door een goede huisvesting, verzorging en voeding en voorkom stress (zie elders op de website).

Daarnaast moet je zo hygiënisch mogelijk werken met deze dieren. Dus voordat je van het ene terrarium naar het andere gaat altijd je handen goed wassen of ontsmetten. Dat geld ook voor hulpmiddelen als schoonmaakborstels en sponzen.