Mitralis-insufficiëntie betekent een lekkage van de hartklep tussen de linkerboezem en linkerkamer. Dit is de meest voorkomende hartaandoening bij honden (80% van alle hartaandoeningen). Mitralis-insufficiëntie komt vooral voor bij oudere honden van kleinere rassen, waarbij de Cavalier King Charles Spaniël het meest is aangetast. In deze informatiebrief lichten we toe wat deze ziekte voor uw hond betekent.
Oorzaak
Op het moment dat de hartkamer samentrekt hoort de mitralisklep de opening tussen linker boezem en linker kamer volledig af te sluiten zodat er geen bloed terugstroomt. Als de klep door deze hartziekte knobbelig en onregelmatig wordt ontstaat lekkage. Op het moment dat de linker hartkamer dan samentrekt gaat bloed niet alleen de lichaamsslagader (aorta) in, maar stroomt er ook een gedeelte terug naar de boezem en de longen. Er ontstaan dan twee problemen:
- De organen in het lichaam worden minder van bloed voorzien
- De druk in de boezem en de longen neemt toe waardoor er longoedeem (‘vocht achter de longen’) kan ontstaan
In het begin kan het lichaam nog compenseren: het hart gaat sneller pompen, er wordt vocht vastgehouden en de bloedvaten in het lichaam gaan vernauwen. Dit alles heeft als doel om de bloeddruk en de zuurstofvoorziening van het lichaam op peil te houden. De hond heeft op dat moment nog geen klachten en het enige wat wij merken is een hartruis. Dit stadium kan lang duren; sommige honden lopen jarenlang met een hartruis zonder dat ze ergens last van krijgen.
Bij veel patiënten komt er echter een moment dat deze compensatie onvoldoende is: omdat het lichaam niet genoeg zuurstof krijgt wordt de hond sneller moe en heeft een slecht uithoudingsvermogen. Als de druk in de longen te groot wordt krijgt hij of zij longoedeem en kan daarnaast gaan hoesten. Op dat moment spreken we van decompensatie, en moeten we ingrijpen om uw hond te helpen.
Klinische symptomen
- Snellere ademhaling in rust (normaal minder dan 30 ademhalingen per minuut)
- Benauwdheid en hoesten
- Verminderd uithoudingsvermogen, flauwtes
- Meer slapen
Diagnose
Als uw hond één van bovenstaande klachten vertoont, zijn er verschillende manieren om de diagnose te stellen:
- Auscultatie: met behulp van het stethoscoop horen we een hartruis, en soms ook afwijkingen in de longen.
- Röntgenfoto: op een röntgenfoto van de borstholte kan vastgesteld worden of het hart vergroot is en of er al dan niet longoedeem aanwezig is. De kleppen zelf kunnen niet op de röntgenfoto beoordeeld worden.
- Echografie: daarbij brengen wij het bewegende hart in beeld, kunnen de kleppen zelf beoordeeld worden en kunnen de afmetingen van het hart worden bepaald.
- Met aanvullend bloedonderzoek kan bepaald worden of er enzymen van de hartspier vrijgekomen zijn, dit toont aan dat er teveel rek op de hartspier staat.
Om de diagnose volledig rond te krijgen is een combinatie van bovenstaande onderzoeken het beste, zo komen we tot een volledige beoordeling van de oorzaak en gevolgen van het hartprobleem.
Behandeling
De behandeling is afhankelijk van het stadium van de hartziekte. Het eerste moment om te gaan behandelen is als op de röntgenfoto een vergroot hart zichtbaar is. De hond hoeft dan nog geen klinische verschijnselen te hebben, maar uit recent wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat honden die dan behandeld worden een stuk langer klachtenvrij kunnen leven.
Op het moment dat het hart onvoldoende kan compenseren en de hond in hartfalen komt, is de behandeling uitgebreider. Er kunnen dan verschillende soorten medicatie ingezet worden:
- Vochtafdrijvers: om het longoedeem te verminderen en zo de kortademigheid tegen te gaan
- Pimobendan: verbetert de pompfunctie van het hart zodat het krachtiger samenknijpt.
- ACE remmers: beïnvloeden de bloeddruk zodat de weerstand waartegen het hart moet inpompen wordt verminderd en de hartslag efficiënter wordt
Meestal zal een combinatie van meerdere middelen nodig zijn. Met de juiste therapie kunnen we patiënten met mitralis-insufficiëntie meestal goed helpen en vaak gedurende lange tijd een goede kwaliteit van leven geven. De behandeling is wel levenslang noodzakelijk. Het is belangrijk om regelmatig een controle in te plannen zodat de ernst van de hartziekte en de gevolgen hiervan gecontroleerd kunnen worden.